A Cross-Sectional Study on the Agreement of Perfusion Indexes Measured on Different Fingers by a Portable Pulse Oximeter in Healthy Adults.
Upload 6 juni 2024.
Background Pulse oximeters measure oxygen saturation, heart rate, and perfusion index (PI) by analyzing photoplethysmographic signals. PI is an indirect measure of peripheral perfusion expressed as a percentage of pulsatile signals to non-pulsatile signals. PI measured from different sites may show variation. PI may vary when measured on different fingers. In this study, we aimed to observe the variation of PI among different fingers of both hands. Methodology This cross-sectional, observational study was conducted using a convenience sample recruited from a tertiary care hospital in eastern India. PI was measured in apparently healthy adults in a sitting posture after a five-minute rest. The pulse oximeter probe was attached to each finger and readings were taken after one minute. The analysis of variance and intraclass correlation coefficient (ICC) were calculated to compare and find agreement among PI. Results Data from a total of 391 (229 [58.57%] male and 162 [41.43%] female) adult research participants with a mean age of 34.88 ± 10.65 years were analyzed. The PI was the highest on the middle finger in both hands. There was a significant difference among the PI measured on different fingers, F (9, 3900) = 15.49, p <0.0001. The ICC was 0.474, 0.368, and 0.635 for overall, right-hand, and left-hand fingers, respectively, which indicate poor (ICC < 0.5) to moderate (ICC = 0.5-0.75) levels of reliability. Conclusions The PI measured using consumer-grade pulse oximeters on different fingers may provide different readings. The highest PI reading is found on the middle finger. Clinicians and primary care physicians should consider the differences in measured PI among different fingers and should use the readings with caution for any diagnostic purposes.
Achtergrond Pulsoximeters meten zuurstofsaturatie, hartslag en perfusie-index (PI) door fotoplethysmografische signalen te analyseren. PI is een indirecte maat voor perifere perfusie uitgedrukt als een percentage van pulsatiele signalen ten opzichte van niet-pulsatiele signalen. PI gemeten op verschillende plaatsen kan variatie vertonen. PI kan variëren wanneer deze op verschillende vingers wordt gemeten. In dit onderzoek wilden we de variatie van PI tussen verschillende vingers van beide handen observeren. Methodologie Deze cross-sectionele, observationele studie werd uitgevoerd met een representatieve steekproef uit een tertiair ziekenhuis in Oost-India. PI werd gemeten bij ogenschijnlijk gezonde volwassenen in zittende houding na vijf minuten rust. De pulsoximetersonde werd aan elke vinger bevestigd en de metingen werden na één minuut verricht. De variantieanalyse en de intraclass correlatiecoëfficiënt (ICC) werden berekend om PI te vergelijken en overeenstemming te vinden. Resultaten Gegevens van in totaal 391 (229 [58,57%] mannen en 162 [41,43%] vrouwen) volwassen onderzoeksdeelnemers met een gemiddelde leeftijd van 34,88 ± 10,65 jaar werden geanalyseerd. De PI was het hoogst op de middelvinger in beide handen. Er was een significant verschil tussen de PI gemeten op verschillende vingers, F (9, 3900) = 15,49, p <0,0001. De ICC was 0,474, 0,368 en 0,635 voor respectievelijk de gehele, rechter en linker vingers, wat duidt op een slecht (ICC < 0,5) tot matig (ICC = 0,5-0,75) betrouwbaarheidsniveau. Conclusies De PI gemeten met pulsoximeters van consumentenkwaliteit op verschillende vingers kan verschillende waarden opleveren. De hoogste PI-waarde wordt gevonden op de middelvinger. Artsen en huisartsen dienen rekening te houden met de verschillen in gemeten PI tussen verschillende vingers en dienen de metingen met voorzichtigheid te gebruiken voor diagnostische doeleinden.