Body weight and fluid input/output are usually monitored for checking fluid balance in case of intravenous hyperhydration during nephrotoxic chemotherapy. The reliability of measuring fluid input/output is uncertain. Moreover, this measurement is redundant, complex, labour-intensive and represents an occupational hazard for nurses and other health-care workers handling fluids or body excreta. In a prospective cohort study, we determined the concordance between body weight and fluid intake/output. We also examined the clinical consequences with respect to the safety of selecting only body weight measurement as a parameter for fluid overload. A total of 591 combined observations of fluid balances and body weights were collected. We observed a higher increase in body weight than in fluid balance. The Pearson correlation between fluid balance and body weight was relatively low (r = 0.28). With regard to the safety of measuring body weight only, we found 4 cases (0.6%) who might not have received furosemide if the fluid input/output had not been measured, without clinical consequences, however. After standardization, body weight can safely be used as the only parameter for monitoring fluid retention in case of hyperhydration during chemotherapy.
Lichaamsgewicht en vochtinname/output worden gewoonlijk gecontroleerd om de vochtbalans te controleren in geval van intraveneuze hyperhydratie tijdens nefrotoxische chemotherapie. De betrouwbaarheid van het meten van de vochtinname/output is onzeker. Bovendien is deze meting overbodig, complex en arbeidsintensief en vormt ze een beroepsrisico voor verpleegkundigen en andere gezondheidswerkers die met vloeistoffen of lichaamsuitscheidingsproducten werken. In een prospectieve cohortstudie bepaalden we de concordantie tussen lichaamsgewicht en vochtinname/output. We onderzochten ook de klinische gevolgen met betrekking tot de veiligheid van het selecteren van alleen lichaamsgewicht meting als een parameter voor vochtoverbelasting. In totaal werden 591 gecombineerde waarnemingen van vochtbalansen en lichaamsgewichten verzameld. We stelden een grotere toename van het lichaamsgewicht vast dan van de vochtbalans. De Pearson correlatie tussen vochtbalans en lichaamsgewicht was relatief laag (r = 0,28). Wat betreft de veiligheid van alleen het meten van het lichaamsgewicht, vonden wij 4 gevallen (0,6%) die mogelijk geen furosemide hadden gekregen als de vochtinname/ -output niet was gemeten, echter zonder klinische gevolgen. Na standaardisatie kan het lichaamsgewicht veilig worden gebruikt als de enige parameter voor het monitoren van vochtretentie in geval van hyperhydratie tijdens chemotherapie.