Hyperemesis gravidarum: behandeling in dagopname of toch klinisch opname?

Upload 30 november 2021.

Inhoud

Basisgegevens

Auteurs

  • Anja Bussink

Autorisators

  • Anja Bussink,
  • Tjard Schermer, epidemioloog/wetenschapsadviseur werkzaam bij Gelre ziekenhuizen

Stap 1: Ask

Klinisch Scenario

PICO

  • P:
  • I:
  • C:
  • O:

De Vraag

Stap 2: Acquire

Tabel van Terminologie

Niet ingevuld.

Zoekacties

Geïncludeerde Studies

  1. Mitchell-Jones, N, Farren, JA, Tobias, A, Bourne, T, Bottomley, C. (2017) Ambulatory versus inpatient management of severe nausea and vomiting of pregnancy: a randomised control trial with patient preference arm. BMJ open 7(12), e017566.
  2. . (2018) ACOG Practice Bulletin No. 189: Nausea And Vomiting Of Pregnancy. richtlijn .
  3. Shehmar, M, MacLean, MA, Nelson-Piercy, C, Gadsby, R, O’Hara, M. (2016) Green-top Guideline No. 69: The Management of Nausea and Vomiting of Pregnancy and Hyperemesis Gravidarum Green-top Guideline No. 69. richtlijn .

Stap 3: Appraise

De Methodologie

De Resultaten

Mitchell-Jones et al. (2017)

Nog geen resultaten toegevoegd.


et al. (2018)

Nog geen resultaten toegevoegd.


Shehmar et al. (2016)

Nog geen resultaten toegevoegd.


De Green-top Guideline adviseert om zwangeren met milde klachten van misselijkheid en braken ten gevolge van zwangerschap thuis te behandelen met anti-emetica. Behandeling in dagopname wordt geadviseerd bij een PUQE score lager dan 13 waarbij behandeling met orale anti-emetica niet tot het gewenste resultaat leidt. Overweeg klinische opname bij het niet kunnen binnenhouden van orale anti-emetica bij aanhoudende misselijkheid en braken, aanhoudende misselijkheid en braken gecombineerd met ketonurie en/of meer dan 5% gewichtsverlies ondanks orale anti-emetica of in geval van comorbiditeit.

Het ACOG Practice Bulletin adviseert om zwangeren met HG die geen vocht binnen kunnen houden en niet reageren op behandeling in dagopname op te nemen voor klinische evaluatie en behandeling, met name als de vitale functies veranderen, de mentale gesteldheid verandert, het gewichtsverlies aanhoudt of bij niet reageren op de behandeling.

Mitchell-Jones et al. vonden geen significant verschil in de mediane duur van de primaire behandeling. In de klinische opname groep duurde de primaire behandeling twee dagen (IQR 2) en in de dagopname groep was dit ook 2 dagen (IQR 1) (p=0,83).

Er werd geen significant verschil gevonden tussen het aantal zwangeren die binnen 7 dagen na het ontslag opnieuw gezien werden (20 (30%) versus 18 (25%), p=0.52) of die opnieuw een behandeling nodig hadden binnen dit tijdsbestek (18 (27%) versus 15 (21%), p=0.40). De onderzoekers concludeerden dat behandeling van HG in dagopname net zo effectief is als behandeling tijdens klinische opname en adviseren dan ook om te starten met behandeling in dagopname. Tevens werd vermeld dat ongeveer de helft van de zwangeren een duidelijke voorkeur had voor de setting van behandeling en werd benadrukt om als professional deze overweging mee te nemen, gezien de invloed die HG kan hebben op de psychische gesteldheid.

Stap 5: Assess

Toepassing in de Praktijk

Deze CAT werd geschreven naar aanleiding van signalen van zwangeren met HG en het vaststellen van praktijkvariatie in de behandeling van HG in Nederlands ziekenhuizen. Concluderend kan worden gesteld dat er sterke aanwijzingen zijn dat behandeling in dagopname niet onderdoet voor behandeling tijdens klinische opname. Het uiteindelijke besluit voor een behandeling is aan de gynaecoloog in samenspraak met de zwangere, maar in een multidisciplinair team zijn verpleegkundigen ook verantwoordelijk voor het leveren van de juiste zorg op de juiste plek. Deze CAT wordt dan ook gepresenteerd in het multidisciplinair overleg. Eventuele barrières worden besproken en vervolgens wordt vastgesteld wat nodig is om te gaan werken volgens deze aanbeveling. Het bestaande protocol zal worden aangepast. HG kan een ingrijpende ervaring zijn voor een zwangere en is de meest voorkomende oorzaak van ziekenhuisopname in de vroege zwangerschap. Er is momenteel geen Nederlandse richtlijn. Er bestaat praktijkvariatie in de ziekenhuizen; er is geen consensus over diagnose en behandeling. Diverse beroepsgroepen in de geboortezorg onderschrijven al langer het belang van het ontwikkelen van een richtlijn voor HG. Vervolgstap zal dan ook zijn het delen van deze CAT met collega obstetrie verpleegkundigen via het magazine van de beroepsgroep V&VN Voortplanting, Obstetrie en Gynaecologie en in de landelijke CAT-databank. Hiermee wordt het belang van het ontwikkelen van een Nederlandse richtlijn nogmaals onder de aandacht gebracht.