Flebitis: routinematig wisselen van infuus bij een patiënt met parenterale voeding.
Upload 1 juni 2014.
Auteurs
Autorisators
Nog geen autorisators.
Op de afdeling Neonatologie krijgen premature pasgeborenen regelmatig parenterale voeding. De laatste 2 jaar is er een toename van Coagulase Negatieve Stafylococcen (CNS) infecties bij perifere parenterale toediening. CNS kan een ernstige, levensbedreigende sepsis veroorzaken. In de praktijk wordt het infuus verwijderd als er duidelijk zichtbare tekenen zijn van een flebitis (klinische indicatie). De vraag is of een CNS infectie voorkomen kan worden door het infuus routinematig te vervangen, dus nog voordat er zichtbare tekenen van een flebitis zijn. Een mogelijkheid hiervoor is om de alarmgrenzen van de spuitenpomp lager af te stellen, zodat de inwendige hoge druk eerder gesignaleerd kan worden terwijl de flebitis nog niet zichtbaar is.
Niet ingevuld.
Search: PubMed, Cochrane, DARE, TRIP, CBO en WIP richtlijnen. Zoektermen: peripheral canule, sepsis, parenteral nutrition, (neonatal), NICU, replace timing, nosocomial infection, coagulase negative staphylococcus, replacement, device removal, neonatal infections, peripheral venous infection/ catheterization. Limits: geen Resultaten: Geen voor pasgeborenen met parenterale voeding en met een perifeer infuus. Geen voor alarmgrenzen van pomp. Wel is bij volwassen patiënten onderzocht of routinematig vervangen van een perifeer infuus effect heeft op flebitis en sepsis: 1 Systematic Review (SR) [1] en 1 richtlijn[2].
De SR van Webster [1] voldoet aan de kwaliteitseisen van de Cochrane Collaboration. In deze SR zijn 7
gerandomiseerde onderzoeken (RCTs) geïncludeerd met in totaal 4895 patiënten waarin het routinematig
vervangen van infusen (2-3 dagen) vergeleken werd met het vervangen op klinische indicatie. Primaire
uitkomstmaten waren katheter gerelateerde bloedbaaninfecties, flebitis, de duur van de flebitis in dagen en
de kosten. De onderliggende RCTs zijn van goede kwaliteit. Er vond adequate randomisatie plaats. Blindering
van patiënten en medewerkers was weliswaar niet mogelijk, maar helaas werden de effect beoordelaars ook
niet geblindeerd. De RCTs waren uitgevoerd bij volwassenen die alleen kristalloïde infuusvloeistoffen en/of
medicatie kregen. De patiëntengroepen kregen zowel intermitterend als continue infusie toegediend, maar
patiënten met parenterale voeding werden geëxcludeerd.
Hiervan zijn 6 RCTs uitgevoerd bij algemeen interne of chirurgische patiënten en 1 RCT bij volwassen
patiënten die thuis voor een acute ziekte een infuus nodig hadden (N=200).
De WIP richtlijn [2] refereert naar een andere SR [3]. De methodologie van deze SR kan niet goed beoordeeld
worden, omdat hierover te weinig informatie wordt gegeven. Er zijn 6 studies geïncludeerd, waarin de
frequentie van het vervangen van perifere infuuskatheters werd onderzocht bij kinderen en 5 studies zijn
ouder dan 10 jaar. De conclusies van de SR komen overeen met de SR van Webster1, daarom worden de
resultaten hier niet apart beschreven.