Blaas katheteriseren bij postoperatieve retentie.
Upload 1 januari 2017.
Auteurs
Autorisators
Nog geen autorisators.
Bij pas geopereerde patiënten wordt gemonitord of ze weer gaan plassen. Er wordt een bladderscan verricht wanneer de patiënt niet spontaan gaat plassen. De afspraak is dat bij 500 ml urineretentie gekatheteriseerd wordt. De vraag doet zich voor of er niet wat langer afgewacht kan worden.
Niet ingevuld.
Search: PubMed, Cochrane en CINAHL. We zochten naar systematic reviews (SRs), reviews, gerandomiseerde studies (RCTs) and clinical trials. Zoektermen: postoperative urinary catheterization, threshold. Resultaat: 2 clinical trials [1,2].
Bjerregaard et al. [1] onderzocht het verschil van urine katheterisatie bij 500 ml (N=400) en 800 ml (N=400) urineretentie. De studie werd uitgevoerd bij postoperatieve patiënten die een fast-track totale heup of knie ondergingen. Primair eindpunt was het aantal benodigde katheterisaties. Secundair werd gekeken naar urineweginfecties, urologisch-gerelateerde heropnamen binnen 30 dagen, en de IPSS (Internationale Prostaat Symptoom Score, waarbij 1 punt verschil in pre- en postoperatieve score
relevant was). Postoperatief werd bij alle patiënten elke 2 uur een bladderscan verricht tot spontaan plassen of tot een threshold werd bereikt van 500 of 800 ml, waarna (eenmalig) gekatheteriseerd werd. Binnen dit onderzoek was er sprake van een adequate randomisatie procedure, echter er was geen blindering van patiënt, behandelaar of onderzoeker. Er wordt netjes aangegeven waarom patiënten uitvielen bij de analyse en er is bepaald wat de effecten waren van deze uitval.
Brouwer et al. [2] onderzocht bij chirurgische patiënten het verschil van katheterisatie bij 500 ml (N=909) en het gebruik van de patiënt eigen maximum blaascapaciteit (EMB) (N=931). Het EMB werd preoperatief thuis bepaald bij alle patiënten. Primair eindpunt was aantal katheterisaties. Secundaire eindpunten waren het aantal onnodige katheterisaties in de 500 ml groep en het aantal “te late” katheterisaties t.o.v. de EMB. Ook werd de IPSS afgenomen. Postoperatief werd bij alle patiënten elk uur een bladderscan verricht tot spontaan plassen of tot een threshold werd bereikt van 500 ml of tot EMB, waarna (eenmalig) gekatheteriseerd werd. Ook in deze studie was sprake van een adequate randomisatie procedure en waren behandelaars en patiënten geblindeerd voor bladderscan uitkomsten. Er wordt netjes aangegeven waarom patiënten uitvielen bij de analyse.