Purpose: To assess the comparative effect of patient education modalities (online, telephonic, mixed, in-person meetings) on the improvement of quality-of-life in breast cancer survivors.
Methods: A search was conducted in different databases, being only included randomised controlled trials. The methodological quality and the risk of bias were assessed following the criteria of PEDro and Cochrane Rob-2 tools, respectively. The certainty of the evidence was judged using the GRADE tool. These evaluations were performed by two independent reviewers. When possible, data was pooled in a network meta-analysis (95% confidence interval [CI]).
Results: Fourteen studies were included in the qualitative synthesis (1632 participants) and 11 in the quantitative (1482 participants). Network comparisons revealed that mixed educational modality was the highest ranked intervention at short (MD = 0.62; 95% CI [-0.35, 1.6]) and long -term (MD = 1.1; 95% CI [-1.5, 3.8); the control condition was the last in both cases, with a good convergence of the model observed. However, comparisons did not show significant differences.
Conclusions: Health policies could benefit from mixed modalities of patient education as it is expected to generate socio-economical savings and promote patient self-management. Probably, online mixed modalities, i.e. virtual face to face meetings, could be a more up-to-date option that fit best to nowadays patients’ lifestyle. However, the limitations of this review force us to interpret our results with caution.
Doel: Het beoordelen van het vergelijkende effect van patiëntenvoorlichtingsmodaliteiten (online, telefonisch, gemengd, persoonlijke ontmoetingen) op de verbetering van de kwaliteit van leven bij overlevenden van borstkanker.
Methoden: Er werd gezocht in verschillende databases, waarbij alleen gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken werden opgenomen. De methodologische kwaliteit en het risico op bias werden beoordeeld aan de hand van de criteria van respectievelijk PEDro en Cochrane Rob-2 tools. De zekerheid van het bewijs werd beoordeeld met behulp van de GRADE-tool. Deze evaluaties werden uitgevoerd door twee onafhankelijke beoordelaars. Waar mogelijk werden de gegevens gebundeld in een netwerkmeta-analyse (95% betrouwbaarheidsinterval [BI]).
Resultaten: Veertien studies werden opgenomen in de kwalitatieve synthese (1632 deelnemers) en 11 in de kwantitatieve (1482 deelnemers). Netwerkvergelijkingen toonden aan dat gemengde onderwijsmodaliteit de hoogst gerangschikte interventie was op korte (MD = 0,62; 95% BI [-0,35, 1,6]) en lange termijn (MD = 1,1; 95% BI [-1,5, 3,8); de controleconditie was in beide gevallen de laatste, waarbij een goede convergentie van het model werd waargenomen. Vergelijkingen lieten echter geen significante verschillen zien.
Conclusies: Het gezondheidsbeleid zou baat kunnen hebben bij gemengde modaliteiten van patiëntenvoorlichting, aangezien dit naar verwachting sociaal-economische besparingen zal opleveren en het zelfmanagement van patiënten zal bevorderen. Waarschijnlijk zouden online gemengde modaliteiten, d.w.z. virtuele face-to-face ontmoetingen, een meer up-to-date optie kunnen zijn die het beste past bij de levensstijl van hedendaagse patiënten. De beperkingen van deze review dwingen ons echter om onze resultaten met de nodige voorzichtigheid te interpreteren.