Urineretentie: urinekatheter bij epidurale pijnstilling.
Upload 1 september 2014.
Auteurs
Autorisators
Nog geen autorisators.
Patiënten die een abdominale operatie ondergaan, krijgen vaak na de operatie pijnmedicatie via een epiduraal katheter. Met de epiduraal katheter wordt ook een urinekatheter ingebracht. Deze wordt geplaatst omdat de zenuwen van de blaas door de pijnmedicatie verdoofd zijn en aandrang tot urineren niet of nauwelijks wordt gevoeld. De urinekatheter wordt weer verwijderd als de epidurale pijnmedicatie gestopt wordt, meestal enkele dagen postoperatief. Een urinekatheter heeft echter ook nadelen; het vergroot het risico op een urineweginfectie en belemmert de mobilisatie van de patiënt. De vraag doet zich voor of de urinekatheter sneller verwijderd kan worden, dus nog voordat de epiduraalkatheter verwijderd wordt.
Wat is de kans op urineretentie/spontane mictie bij het vroegtijd verwijderen (of niet plaatsen) van een urinekatheter bij een patiënt met epidurale pijnstilling na een abdominale operatie?
Niet ingevuld.
Search: PubMed en Cochrane. Gezocht naar systematic reviews en vergelijkende studies (al dan niet gerandomiseerd). Zoektermen: surgical patient, abdominal surgery, epidural catheter, epidural block, urinary catheter, indwelling urinary catheter, urinary catheterization, removal, urinary tract function, micturition, retention. Resultaten: 1 gerandomiseerde klinische studie (RCT) [1] en 1 cohort studie².
Stubbs² onderzoekt het verschil in urineretentie tussen 104 patiënten waarbij de urinekatheter in de eerste 24 uur postoperatief wordt verwijderd en een groep van 89 patiënten waarbij de urinekatheter wordt verwijderd tegelijkertijd met de epiduraal katheter. Al deze patiënten hadden een colorectale operatie ondergaan. De patiënten zijn niet gerandomiseerd, maar de patiënten in beide groepen zijn goed vergelijkbaar. De studie is zorgvuldig uitgevoerd, d.w.z. de inclusie van patiënten, de dataverzameling en analyses zijn adequaat en goed beschreven. Lost-to-follow up of ontbrekende gegevens zijn geen probleem. In de groep waarbij de urinekatheter snel werd verwijderd hadden 14 patiënten urineretentie en moesten opnieuw gekatheteriseerd worden. In de vergelijkende groep waren dit 2 patiënten. Dit is een significant verschil (p=0.009). De auteurs
concluderen dat het risico op urineretentie groter is wanneer de urinekatheter postoperatief binnen 24 uur wordt verwijderd, maar dat het in 88% van de patiënten zonder problemen gebeurt.
Uit onderzoek blijkt dat epidurale pijnstilling postoperatief invloed heeft op de mogelijkheid spontaan te urineren. Wanneer een urinekatheter verwijderd wordt terwijl de epidurale katheter nog in situ is, leidt dit tot meer her-katheterisaties, een groter blaasvolume en langere periode tot aan de eerste spontane urineproductie. In de praktijk zal een afweging moeten worden gemaakt tussen de voordelen van een snelle verwijdering van een urinekatheter (minder kans op urineweginfecties, betere mobiliteit van de patiënt) en de nadelen (overbelasting van de blaas met mogelijke onherstelbare schade, een verhoogde kans op een urineweginfectie door residu en her-katheterisatie).
• Bij abdominale chirurgische patiënten met een epidurale pijnstilling, dient de urinekatheter niet vroegtijdig te worden verwijderd. Er is meer kans op urineretentie en het eerste moment van urineren vindt later
plaats dan bij patiënten waarbij de katheter tegelijkertijd met de epidurale katheter verwijderd wordt.
• Niveau van bewijs: B
Op de afdeling Gynaecologie van het AMC, wordt de urinekatheter postoperatief verwijderd bij het stoppen van de epidurale pijnstilling. Dit beleid blijft ongewijzigd, tenzij er voor een individuele patiënt grote voordelen zijn bij een eerdere verwijdering van de urinekatheter.