Frequentie van het flushen van een venflon.

Upload 1 februari 2017.

Inhoud

Basisgegevens

Auteurs

  • redactie

Autorisators
Nog geen autorisators.

Stap 1: Ask

Klinisch Scenario

Binnen de hartbewaking van het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) is er op jaarbasis een grote groep patiënten die zich presenteren op de afdeling. De verpleegkundigen kunnen bij het stoppen van infusie ervoor kiezen om een venflon te handhaven. Het gebruik van een venflon is patiëntvriendelijk en levert geen extra belasting op. Wel is er kans op het ontstaan van een flebitis en verstopping en om dit te voorkomen wordt de venflon 3x daags doorgespoten met NaCl 0,9%. De verpleegkundigen geven aan niet de meerwaarde in te zien van het 3 x daags doorspuiten van deze venflon. Wat is het effect van 3 x daags doorspuiten in vergelijking tot niet of minder vaak doorspuiten op de toegankelijkheid van de perifere catheter bij een patiënt?

PICO

  • P: Patient met perifeer intraveneuze catheter
  • I: 3 x daags doorspuiten (flushen)
  • C: Niet doorspuiten / minder vaak doorspuiten
  • O: Toegankelijkheid / flebitis

De Vraag

Stap 2: Acquire

Tabel van Terminologie

Niet ingevuld.

Zoekacties

Search: PubMed, Cochrane en CINAHL. Zoektermen: verschillende combinaties van (MeSH) zoektermen werd gebruikt, met o.a. flushing, saline, occlusion, frequency. Resultaten: 2 RCT’s [1,2] en 1 retrospectief dossieronderzoek³. Studies over pasgeborenen en neonaten werden niet geïncludeerd, evenals studies over heparine versus NaCl. 0,9%.

Geïncludeerde Studies

    1. Keogh S, Flynn J, Marsh N, et al. Varied flushing frequency and volume to prevent peripheral intravenous catheter failure: a pilot, factorial randomised controlled trial in adult medical-surgical hospital patients. Trials 2016;17:348. 2. Schreiber S, Zanchi C, Ronfani L, et al. Normal saline flushes performed once daily maintain peripheral intravenous catheter patency: a randomised controlled trial. Arch Dis Child 2015;100:700-703. 3. Campbell SG, Trojanowski J, Ackroyd-Stolarz SA. How often should peripheral intravenous catheters in ambulatory patients be flushed? J Infus Nurs 2005;28:399-404.
    string(4) "hold"

    Stap 3: Appraise

    De Methodologie

    De RCT van Keogh et al. [1] is van goede kwaliteit en betreft een pilotstudie met 160 patiënten op een
    algemeen interne en algemeen chirurgie verpleegafdeling. Patiënten van 18 jaar en ouder (N=160) met
    een perifeer infuus (20G of 22G) werden gerandomiseerd voor zowel volume van flush (10ml of 3ml
    NatriumChloride 0,9%) als frequentie (elke 24 uur of elke 6 uur). Dit resulteerde in 4 onderzoeksgroepen.
    Er vond geen blindering plaats, maar dit lijkt ook niet goed mogelijk gezien de interventies. De primaire
    uitkomst voor zowel volume als frequentie betrof elke reden voor sneuvelen (ongepland verwijderen)
    van het infuus voordat de therapie was voltooid (verstopping, lekkage, zwelling, verschuiving, flebitis,
    etc.). Intention-to-treat analyse werd uitgevoerd en er was geen loss-to-follow-up.
    De RCT van Schreiber et al.²
    is eveneens van goede kwaliteit. Er werden 400 kinderen tussen 1 en 17 jaar
    met een perifeer infuus (22G of 24G) gerandomiseerd over 2 groepen. Bij de ene groep (N=198) werd elke
    12 uur het infuus doorgespoten met 3ml NaCl 0,9% en bij de andere groep (N=199) elke 24 uur. Primaire
    uitkomst betrof de doorgankelijkheid (mogelijkheid tot pijnloos doorspuiten van 3 ml). Secundair werd
    gekeken naar de incidentie van catheter-gerelateerde complicaties zoals bloed uitstortingen, pijn, uitslag
    en zwelling. Sample size berekening was uitgevoerd en het benodigde aantal (200 per groep) werd nagenoeg behaald. Intention-to-treat analyse was uitgevoerd. De follow-up periode was 3 dagen.

    De Resultaten

    De infusen zaten in Keogh et al. [1] gemiddeld 3.1 dagen in (mediaan 2.7), waarbij het aantal sneuvelende infusen per 1000 uur
    niet significant verschilde op basis van volume: 4.84 infusen/1000 uur (3ml) versus 7.44 infusen/1000 uur
    (10ml), p=0.06. Ook de frequentie had geen invloed op het aantal sneuvelende infusen: 5.06 infusen/1000
    uur (24 uur) versus 7.34 infusen/1000 uur, p=0.05.

    In de ’12-uurs’ groep van Schreiber et al. [2] was het infuus bij 15 kinderen (7.6%) verstopt geraakt en in de ’24-uurs’
    groep bij 9 kinderen (4.5%). Dit verschil in doorgankelijkheid van 3.1 was niet statistisch significant (95%
    Betrouwbaarheidsinterval (BI) -1.6% tot 7.7%, p=0.21). Ook verschillen in andere complicaties waren niet
    statistisch significant: zwelling (2.5% versus 1.0%, p=0.42) en pijnklachten (5.6% versus 3.5%, p=0.52).
    De studie van Campbell et al³ betreft een retrospectief dossieronderzoek, waarbij informatie werd
    verzameld over 111 infusen bij 63 patiënten. De frequentie van flushen was ongelijk verdeeld over 3
    groepen: 89% elke 24 uur, 2.7% elke 12 uur, 8% elke 8 uur. Gezien de matige kwaliteit van het studiedesign
    en de uiterst kleine sample size per groep is de studie niet verder beoordeeld op resultaten.

    Stap 4: Apply

    De Conclusie

    Er is maar weinig onderzoek gedaan naar de vraag die wij hebben gesteld. Wij hebben daarentegen
    wel 2 RCTs gevonden die van goede kwaliteit zijn en beide dezelfde uitkomst geven bij verschillende
    patiëntengroepen (kinderen/volwassenen) en infuus diameters (20G, 22G, 24G). De RCT van Keogh
    et al. geeft aan dat de levensduur van infuus niet verschilt tussen 1x daags en 4x daags flushen en de
    RCT van Schreiber et al. geeft aan dat er geen verschil is tussen 1x daags en 2x daags flushen op de
    doorgankelijkheid van een perifeer infuus.

    De Aanbeveling

    • Drie keer daags flushen van een venflon is niet effectiever dan eenmaal daags flushen in het voorkomen
    van verstopping.
    • Niveau van bewijs: A2

    Stap 5: Assess

    De Aanbeveling

    Drie keer daags flushen van een venflon is niet effectiever dan eenmaal daags flushen in het voorkomen van verstopping. Het protocol van het Jeroen Bosch Ziekenhuis geeft, conform de evidence, aan dat eenmaal daags flushen voldoende is.