Een tafelventilator bij benauwdheidsklachten van COPD patiënten.
Upload 1 mei 2018.
Auteurs
Autorisators
Nog geen autorisators.
Chronische obstructieve longziekte (COPD) is een progressieve ziekte met overlijden als gevolg. In de palliatieve fase van deze ziekte is de behandeling voornamelijk gericht op symptoombestrijding: kortademigheid, hoesten met opgeven van sputum en vermoeidheid. Patiënten hebben een langere hersteltijd nodig om weer op adem te komen na inspanningen zoals wassen en aankleden. De afdeling Longziekten van Gelre Ziekenhuizen te Apeldoorn heeft recent 2 patiënten met eindstadium COPD gehad, die gebruik maakten van een tafelventilator in plaats van zuurstof d.m.v. een neusbril, ter verlichting van de benauwdheidsklachten. De effectiviteit hiervan is echter onbekend. Daarom is onze onderzoeksvraag: Wat is de effectiviteit van een tafelventilator gericht op het gezicht, op de benauwdheidsklachten van een patiënt met een vergevorderd stadium van COPD ten opzichte van gebruik van zuurstof door middel van een neusbril?
Niet ingevuld.
Search: Pubmed en CINAHL. Er is gezocht naar artikelen gepubliceerd in de laatste 5 jaar. Zoektermen: dyspnea, breath*, dyspn*, pulmonary disease, chronic obstructive, pulmonary obstructive disease, hand held fan. Resultaten: 1 review(1) en 4 randomized clinical trials (RCTs)(2-5).
Methode van onderzoek:
De review van Swan et al.(1)
werd beoordeeld met de PRISMA checklist en de Nederlandstalige
checklist van Cochrane. De review is van matige kwaliteit: de search is niet systematisch uitgevoerd en er is geen beschrijving van de kwaliteit van de onderzoeken. Vier primaire studies uit de
review gaven antwoord op de onderzoeksvraag en werden daarom nog apart beoordeeld met de
Cochrane checklist. De RCT van Abernethy et al.²
vergeleek het effect van zuurstof met (medische)
lucht in een grote multicenter RCT bij 239 deelnemers (63% COPD) met refractaire benauwdheidsklachten en is van hoge kwaliteit. De randomized cross-over trial van Galbraith et al.³
onderzocht
bij 50 palliatieve patiënten met refractaire benauwdheidsklachten het gebruik van een ventilator op
het gezicht versus een ventilator op het been. Marchetti et al.(4) onderzocht bij 10 COPD patiënten
hetzelfde effect tijdens activiteit. Deze studies zijn wegens het gebrek aan blindering en lage aantal
patiënten minder valide. Bausewein et al.(5)
onderzocht de haalbaarheid van een handventilator
bij 70 patiënten met vergevorderde kwaadaardige aandoeningen en (zeer) ernstige COPD, met
een polsband als controle interventie. Buiten het gebrek aan blindering betrof dit een studie van
redelijke kwaliteit.