Het gebruik van lidocaïne-gel bij blaaskatheterisatie.
Upload 4 december 2009.
Auteurs
Autorisators
Nog geen autorisators.
Bij kinderen in het ziekenhuis is het soms nodig een blaaskatheter in te brengen. Op de afdeling Zuigelingen wordt bij het inbrengen van een verblijfskatheter een pijnstillende gel gebruikt (Instillagel®), maar bij een eenmalige katheterisatie meestal niet. De verpleegkundigen vragen zich af waarom dit verschil bestaat en eigenlijk ook of lidocaïne-gel wel zin heeft. Reden om eens op zoek te gaan naar ‘evidence’!
Niet ingevuld.
Search: gezocht in de Cochrane database en Medline naar systematic reviews en RCTs (tot november 2009). Zoektermen: urethral catheterization, urethral catheterisation, bladder catheterization, bladder catheterisation, pain, discomfort and lidocaine. Limits: All Child: 0-18 years. Resultaten: drie RCTs (Gerard [1], Vaugham², Mularoni³).
De interne validiteit van het onderzoek van Gerard1 is goed. De primaire uikomstmaat (pijn) is gemeten met de Oucher. Daarnaast is distress-gedrag gescoord m.b.v. een 7-punt Likert schaal. In deze studie worden 20 kinderen van 4 tot 11 jaar op een urologie polikliniek verdeeld in twee groepen: een groep met intra-urethale toediening van lidocaïne-gel en een placebogroep. Bij alle kinderen wordt voor het (eenmalig) inbrengen van de katheter een glijmiddel bij de ingang van de
urethra aangebracht. Na twee minuten wordt in de interventiegroep (0.5 – 2.0 ml) lidocaine-gel 2% en in de placebogroep (0.5 – 2.0 ml) glijmiddel in de urethra aangebracht. Dit wordt nog tweemaal herhaald met tussenpozen van twee minuten. Tien minuten na start van de procedure wordt de katheter ingebracht. Pijn en distress worden beoordeeld door een verpleegkundige en een pedagogisch medewerker vooraf en na de procedure. De uitkomst van dit onderzoek laat een significant verschil zien op alle uitkomstmaten ten gunste van de lidocaïne-groep. De gemiddelde pijnscore in de lidocaïnegroep vs de placebogroep is 2.10 (sd 1,97) en 6.55 (sd 2.63). De gemiddelde distress score in de lidocainegroep vs de placebogroep is 2.65 (sd 1,97) vs 4.70 (sd 2.07).
Het onderzoek van Vaugham² is valide en betrouwbaar. De 117 geïncludeerde kinderen tussen 0 en 2 jaar worden verdeeld over een interventiegroep en een placebo groep. De interventiegroep kreeg 1-2 ml lidocaïne-gel 2% op de genitale mucosa en de placebogroep 1-2 ml glijmiddel. Na 2-3 minuten werd de katheter ingebracht. Pijnscores zijn gemeten m.b.v. de FLACC (Face, Legs, Activity, Cry, Consolability) tegelijkertijd door twee onderzoekers op drie momenten: vooraf aan de procedure, tijdens het inbrengen van de katheter en enkele minuten na de procedure. De uitkomst van dit onderzoek laat zien dat katheteriseren bij jonge kinderen een pijnlijke ingreep is, maar er is geen significant verschil tussen de interventiegroep en de placebogroep. Bij alle kinderen wordt voor het (eenmalig) inbrengen van de katheter een glijmiddel op het genitale gebied
aangebracht. Na twee minuten wordt in de interventiegroep 0.5 ml lidocaïne-gel 2% en de placebogroep 0.5 ml glijmiddel in de urethra aangebracht. Vervolgens wordt na twee minuten de katheter ingebracht. De pijn wordt bepaald m.b.v. de MBPS (Modified Behavioral Pain Scale) door onafhankelijke onderzoekers aan de hand van video’s, waarbij de blindering wordt gegarandeerd. Er zijn drie meetmomenten: vooraf aan de procedure, tijdens het aanbrengen van de lidocaïne/placebo en tijdens de katheterisatie.