Interventies ter voorkoming van hypothermie bij pasgeborenen.
Upload 1 juli 2016.
Auteurs
Autorisators
Nog geen autorisators.
Voor preterme pasgeborenen geldt dat het weken tot maanden kan duren voordat ze zelf hun lichaamstemperatuur kunnen regelen. Dit komt vooral door een gebrek aan voldoende brandstof, gebrekkige isolatie door een dunne huid en daardoor extra vochtverlies. De thermodisregulatie bij pasgeborenen kan ook een vroege uiting zijn van onderliggende problemen. Er bestaat veel onduidelijkheid over de juiste (volgorde van) interventies bij hypothermie.
Niet ingevuld.
Search: PubMed, Cochrane en CINAHL. Limiet: artikelen niet ouder dan tien jaar, gepubliceerd in Nederlands of Engels. De referenties van de geïncludeerde artikelen zijn bekeken op andere mogelijk relevante publicaties. Zoektermen: body temperature, body temperature regulation, temperature regulation, newborn. Resultaten: 4 relevante artikelen [1-4].
In de studie van Fastman et al. [1] worden een aantal suggesties gedaan, die hypothermie van de
pasgeborene zouden kunnen voorkomen: muts, voorverwarmde lakens/washandjes, omgevingstemperatuur, dubbelwandige couveuses, warmtestralers en warmtematrassen.
De experts pleiten voor het regelmatig verzamelen en evalueren van eigen data en geven hiervoor 4
mogelijke indicatoren. Verder worden genoemd: het maken en bijhouden van een checklist met leeftijd
gerelateerde aandachtspunten en extra aandacht voor hypothermie tijdens transport en eerste opvang
op een NICU.
Knobel²
noemt een aantal maatregelen die hypothermie bij de pasgeborene zouden kunnen
voorkomen, maar geeft aan dat deze niet onderbouwd zijn met robuuste studies: controle van de
omgevingstemperatuur (22⁰C–26⁰C), controle van de relatieve vochtigheid (30%–60%), controle van de
couveuse temperatuur en het beperken van de duur van de verzorging.
In het onderzoek van Deguines et al.³
werden 1.798 medische en verpleegkundige procedures
geanalyseerd. De lichaamstemperatuur nam af afhankelijk van de type handeling (p<0.0001) en de
duur van de handeling (p<0.0001). De lichaamstemperatuur verlaagde het minst bij het verschonen
van de luier (-0.1⁰C) en het meest bij baden, intubatie/extubatie, inbrengen van een veneuze lijn en
de combinatie luier verschonen en bloedafname (-0.3⁰C tot -0.7⁰C). Het warmteverlies was ook sterk
afhankelijk van de wijze waarop de couveuse wordt geopend. Een geopende zijkant van de couveuse gaf
een grotere verlaging van de lichaamstemperatuur (-0.5⁰C, p<0.001) dan geopende couveusedeurtjes
(-0.1⁰C, p<0.01). Het openen van het dak van de couveuse gaf een extra verlaging van de gemiddelde
lichaamstemperatuur t.o.v. alle andere wijzen van openen (-0.7⁰C tot -0.6⁰C, p<0.01).
Het artikel van Knobel [4]
doet de volgende (niet evidence based) aanbevelingen: omgevingswarmte tussen
22⁰C en 26⁰C, warmteverlies tegengaan tijdens procedures, afbouwen van de couveuse temperatuur bij
de overgang naar een open bed en het verwarmen van voeding tot een temperatuur tussen de 35⁰C en
37.2⁰C.
Onderzoek naar het verbeteren van thermostabiliteit bij preterme pasgeborenen blijft nodig. Er is nog
geen onderzoek gedaan naar interventiebundels of de volgorde van de interventies die verpleegkundigen
zouden kunnen toepassen bij hypothermie van de pasgeborenen.
• De bron van de hypothermie zoveel mogelijk beperken.
• Interventies: buik- of rugligging, ophogen couveuse temperatuur, toedekken met laken, stevig inpakken
met begrenzende of lichaamsondersteunende materialen, muts op, kleding aan, gebruik van kruik.
• Niveau van bewijs: D
De gevonden aanbevelingen worden opgenomen in het protocol met expliciete vermelding van het niveau van evidence.