Koczapski [5] doet een studie met een voor- en nameting waarin het effect van cafeïne op het gedrag van klinische patiënten met schizofrenie (N=17) werd onderzocht. De interventie bestond uit de introductie van cafeïnevrije koffie en het weren van andere cafeïne houdende dranken, maar er was weinig zicht op de intake van de patiënten buiten de afdeling. Deze studie presenteert geen klinisch relevante effecten. Hughes [6] voert een narrative review uit met de vraag of patiënten met schizofrenie het gebruik van cafeïne moeten vermijden. Deze review is van matige kwaliteit: de zoekstrategie is niet beschreven en er is geen kritische beoordeling van de gevonden studies. Cafeïne heeft een aantoonbaar effect op de dopamine huishouding (neurotransmitter die in verband wordt gebracht met psychoses en schizofrenie). Positieve symptomen van schizofrenie verergeren bij cafeïne gebruik, waarbij een dosis-respons relatie wordt gemeld. Lucas [7] doet een experimenteel onderzoek bij klinisch opgenomen patiënten met schizofrenie (N=13), waarbij 90 minuten na toediening van een hoge dosering cafeïne (10 mg/kg) of een placebo de psychotische symptomen werden gemeten. In de cafeïne groep traden significante effecten op: meer euforie (t=3.06, p<0,01) en denkstoornissen (t=3.47, p<0.01), minder terugtrek gedrag (t=-2.52, p<0.05). Verder was er een significante hogere cortisolspiegel (t=3.97, p<0.01) en diastolische bloeddruk (t = 0.69, p<0.05). Dit suggereert dat er meer stress was in de cafeïnegroep. Er werd geen effect gevonden op depressieve en angst klachten. De studie is meer dan 20 jaar oud en heeft een kleine onderzoeksgroep. Er waren bij aanvang al verschillen tussen beide groepen; dit maakt de resultaten onbetrouwbaar. Broderick [8] doet een narrative review over cafeïne en psychiatrische symptomen. Deze review geeft veel algemene informatie, maar is niet systematisch uitgevoerd, geeft geen informatie over de zoekstrategie en de geincludeerde studies worden niet kritische beoordeeld. Cafeïne is een alkalinemengsel uit de xanthine familie en heeft een stimulerend effect op het centrale zenuwstelsel, diurese en cardiaal. Ongeveer 99% van de cafeïne wordt opgenomen in het bloed en werkt na 15 tot 45 minuten. De halfwaardetijd is ongeveer 3.5 uur. Door roken kan dit versnellen, waardoor rokers mogelijk minder effect van de cafeïne merken. Cafeïne wordt geassocieerd met het veroorzaken van een psychose en het verergeren van psychotische symptomen bij schizofrenie. De aanbevolen ‘veilige’ maximale dosering cafeïne is ongeveer 200 tot 300 mg per dag. Insomnie is een belangrijk symptoom van overmatig cafeïne gebruik, om dit voorkomen zou men geen cafeïne na 14 uur moeten drinken. Bij een intake van meer dan 500 mg cafeïne per dag kunnen symptomen van verslaving en onthouding optreden, maar ook angst, depressie en psychose kunnen verergeren. Psychiatrische patiënten consumeren tot wel 7 keer meer cafeïne dan de niet-psychiatrische populatie.
Cafeïne heeft waarschijnlijk invloed op psychotische symptomen en kan agitatie en agressie in de hand
werken. Diverse case reports melden psychotische decompensaties, die weer verdwenen wanneer de
cafeïne intake omlaag ging. De resultaten zijn eenduidig en gebaseerd op diverse studies, waaronder 1
gerandomiseerde studie [7].
• De aanbeveling is om patiënten met psychotische symptomen geen of weinig cafeïne te laten consumeren
(koffie, thee of frisdrank). Het is te overwegen om louter cafeïnevrije koffie en thee aan te bieden op
afdelingen waar veel patiënten verblijven met een psychose of schizofrenie.
• Niveau van bewijs: B
Wij adviseren om meer voorlichting te geven aan patiënten over de effecten van cafeïne en het gebruik van energiedrankjes te ontraden. Daarnaast adviseren wij om voortaan cafeïnevrije koffie te verstrekken aan patiënten die klinisch opgenomen zijn op afdelingen waar deze patiënten verblijven.