Brown et al.(1) concluderen dat er veel variatie is in de aanbevelingen van de primaire studies en dat gradering van de huidtoxiciteit niet consistent is. Ook stelt men dat er weinig gerandomiseerd onderzoek is uitgevoerd. Ongeacht de graad van de huidtoxiciteit, zijn de 4 meest geadviseerde interventies uit de primaire studies: antibiotica oraal, antibioticazalf, corticosteroïden zalf en antihistaminica. Hiernaast werd ook gevonden: uitstellen van EGFR behandeling, verlagen van dosering EGFR behandeling, orale corticosteroïden, calcineurine remmers, retinoïden (vit. A oraal of zalf), kerolytica, vitamine K zalf en havermoutzalf. Vitamine K zalf zou (als verpleegkundige interventie) bij 69% van de patiënten geschikt zijn voor symptoombestrijding, maar dit zijn resultaten uit een ongecontroleerde studie met weinig patiënten (n=33). Havermoutzalf werd eveneens in een ongecontroleerde studie (n=43) onderzocht en zou bij 64% volledige en 36% partiele verbetering opleveren. Er worden naast enkele percentages geen andere uitkomstmaten, 95% betrouwbaarheidsintervallen of p-waardes vermeld. Pinto et al.² stelden op basis van gevonden literatuur en consensus bijeenkomsten van experts een algoritme op voor behandeling van huidtoxiciteit, op basis van de gradering. Vitamine K zalf wordt geadviseerd als profylaxe en bij elke graad van huidtoxiciteit. Vanaf graad 4 wordt dit uitgebreid met antibioticazalf en corticosteroïde zalf. Het gebruik van Vitamine K zalf wordt onderbouwd met 9 primaire studies met in totaal 664 patiënten, maar de uitkomstmaten zijn niet vergelijkbaar en er is onvoldoende informatie over de designs en kwaliteit van de studies.
Concluderend is er weinig onderzoek van hoge kwaliteit uitgevoerd naar de inzet van verpleegkundige interventies voor de behandeling van huidtoxiciteit bij het gebruik van EGFR-remmers. Experts
adviseren het gebruik van vitamine K zalf gedurende de hele behandeling. Tevens zijn er aanwijzingen voor het gebruik van havermoutzalf, maar dit moet verder onderzocht worden.
• Vitamine K zalf kan overwogen worden gedurende de hele behandeling met EGFR remmers,
maar de onderbouwing hiervan is laag.
• Niveau van bewijs: C en D
Helaas zijn de concluderende interventies voor de behandeling van huidtoxiciteit bij het gebruik van EGFR-remmers uit de SR van Brown et al.(1) vooral van medische aard. Gezien de lage kwaliteit van zowel primair als geaggregeerd bewijsmateriaal, en de verouderde zoekstrategieën van de SRs, is het niet aan te raden om protocollen direct aan te passen. Vitamine K zou op basis van de gevonden literatuur overwogen kunnen worden, maar de patiënt moet geïnformeerd worden dat niet zeker is of deze interventie effectief is. Deze CAT is een goede aanleiding om een aanvullende literatuurstudie uit te voeren op Vitamine K zalf en havermoutzalf, in de hoop nieuwe publicaties (na 2014) te vinden. Daarnaast is het aan te raden om (andere) verpleegkundige interventies verder te onderzoeken in gerandomiseerd onderzoek.